Om te kijken naar wat een Pterophyllum qua voeding tot zich neemt, moeten we eerst kijken onder welke type eter de Pterophyllum valt. De Pterophyllum is zoals de meeste andere cichlide soorten een omnivoor. Dit wil zeggen dat de soort zowel dierlijk als plantaardig voedsel tot zich neemt. In het algemeen kunnen we zeggen dat alle tropische vissen, opportunistische eters zijn. Alles wat interessant lijkt, zal in de bak genomen worden om te zien of het eetbaar is of juist niet.
De soorten voedsel die vissen in het wild tot zich nemen kunnen per soort best verrassend zijn. Van weekdieren, schaaldieren, als larven van insecten, volwassen insecten, vislarven of viseitjes, kleinere vissoorten en zelfs plantmaterialen en algen. Elk vissoort heeft zich gespecialiseerd in het tot zich nemen van hun favoriete voedsel en waar die te vinden. Hun dieet verschilt ook weer per seizoen. Wanneer er veel regenwater valt in het regenseizoen, en bossen onderwater lopen, zal er meer verscheidenheid aan voedsel zijn, dan wanneer in het droge seizoen.
Van nature zal de Pterophyllum elk moment bezig zijn met het zoeken naar voedsel. Dit kunnen muggenlarven zijn, garnalen, weekdiertjes, plantaardig materiaal of detritus zijn. De bek van de Pterophyllum kan behoorlijk ver open gaan, waarmee zelfs kleine slanke vissoorten tot hun dieet kunnen behoren. Insecten die in het water vallen zullen ook zeker tot hun dieet behoren, als het in de bak past, zoals te zien op de foto.
In een aquarium zal dit in principe niet anders zijn. Een omnivoor kan in principe de gehele dag eten tot zich nemen als de kans zich voordoet. Dit houdt wel in dat het gevaar met zich meespeelt, dat een omnivoor soms te veel voedsel krijgt en hierdoor gauw voller zal zijn van de hoeveelheid voedsel en ook meer vet opslaat. Dit kan dan ook leiden tot exemplaren die behoorlijk rond gebouwd zijn, wat eigenlijk onnatuurlijk is. Eigenlijk het vetmesten van vissen.
In het aquarium is een gebalanceerd dieet voor Pterophyllum het belangrijkste (geldt trouwens voor elke vissoort). Gebalanceerd is de hoeveelheid, maar ook in de verschillende soorten voedselbronnen. De hoeveelheid is afhankelijk van de formaat van de exemplaren. Jonge exemplaren kunnen we het beste meerdere keren per dag een kleine deel voedsel geven. Bij volwassen exemplaren is de frequentie wat minder belangrijk dan bij jonge exemplaren. Wel Is het belangrijk om de hoeveelheid voer wat in de bak gaat, ook bij te houden met het verversen van het aquariumwater. Hoe meer je voert, des te meer afvalstoffen er in het water vrijkomen, wat dan weer afgevoerd moet worden.
Als we gaan kijken naar de soorten voer, dan komen we vaak de volgende voedselbronnen tegen. Diepvriesvoer, levend voer en droogvoer.
Als diepvriesvoer zijn onderstaande voedselsoorten het meest voorkomend.
Artemia
Mysis
Krill
Rode-, witte-, en zwarte muggenlarven
Daphnia
Tubifex
Cyclops
Hieronder een overzicht van de verschillende soorten voersoorten en hun voedingswaardes bij diepvriesvoer.
Artemia:
Water: 21% Proteïnen: 63% Vet: 7%
Voedingswaarde: Hoog
Artemia bevat naast proteïne ook caroteen en bevorderd de natuurlijke spijsvertering in de darmen. Tevens heeft dit positieve invloed op de kleur van de vissen.
Mysis:
Water: 80%
Proteïnen: 13%
Vet: 1%
Voedingswaarde: Hoog
Krill:
Water: 79%
Proteïnen: 16%
Vet: 2,2%
Voedingswaarde: Hoog
Ook Krill bevat onder andere carotene pigment, wat weer de kleur bevorderd van de vissen.
Rode Muggenlarven:
Water: 87%
Proteïnen: 6,7%
Vet: 1,5%
Voedingswaarde: Laag
Rode muggenlarven werd altijd van genoemd dat ze slecht waren voor vissen omdat ze veel vet bevatten. Dit is dus echter niet waar. Als men zelf Rode muggenlarven wilt kweken, vangen, dan is het handig om een bak met stilstaand water een laag blad op de bodem te leggen. Na verloop van tijd zul je zien dat er kleine hoopjes op de bladeren liggen. Als men dan even met een pincet er tegen aan tikt, dan zul je zien dat er rode muggenlarven in de hoopjes verstopt zitten.
Zwarte Muggenlarven:
Water: 82%
Proteïnen: 10%
Vet: 4%
Voedingswaarde: Hoog
Zwarte muggenlarven zijn een goeie bron van voedsel, en wordt vaak ook gebruikt bij het voorbereiden van de kweek. Ook Zwarte muggenlarven zijn erg makkelijk zelf te oogsten. Het principe werkt vrijwel hetzelfde als bij rode muggenlarven. Neem een bak met water en zet het buiten ergens neer. Na verloop van tijd zul je zien dat er zwarte muggenlarven in rond zwemmen. 's Zomers erg makkelijk te gebruiken als levend voer voor je vissen.
Witte muggenlarven:
Water: 89%
Proteïnen: 4%
Vet: <1%
Voedingswaarde: Gemiddeld
Witte muggenlarven zijn dan weer larven van de pluimmug, en kan men in Nederland ook gewoon vinden in bepaalde wateren. Let wel op met het scheppen van levend voer, of er geen ongenodigde waterdiertjes meekomen, zoals libelle larven of waterkevers.
Daphnia:
Water: 95%
Proteïnen: 2,5%
Vet: <1%
Voedingswaarde: Laag
Daphnia zijn watervlooien, en kan men vrij makkelijk zelf scheppen. Daphnia bevat niet veel voedingswaarden, dus het beste om te combineren met andere voedsel. Vaak kun je dit dan zien als een tussendoortje voor je vissen.
Cyclops:
Water: 83%
Proteïnen: 9%
Vet: 3%
Voedingswaarde: Gemiddeld
Cyclops zijn rooipootkreeftjes, en uitermate geschikt voor het voeren aan jonge vissen. Cyclops kan prima meerdere keren per dag gegeven worden. Voor jonge opgroeiende vissen prima voer.
Tubifex:
Water: 84%
Proteïnen: 8,4%
Vet: 2,5%
Voedingswaarde: Laag
Bovenstaande informatie aan voedingswaarde kan men vinden op:
Droogvoer kan bestaan uit granulaat, vlokvoer of gevriesdroogde voedsel. Vlokvoer heeft vaak wel het nadeel dat de vissoort lucht mee hapt en hierdoor last van kan krijgen. Granulaat heb je tegenwoordig in verschillende samenstellingen krijgen, maar hierbij geldt vaak wel. Hoe goedkoper de voer, des te minder de samenstelling zal zijn.
Levend voer is vaak wel het beste om te geven, maar niet altijd voorradig. In de voorjaar en zomer kan men zelf makkelijk komen aan muggenlarven zoals zwarte- en rode muggenlarven. Zet een bak met water in de tuin en na verloop van tijd zullen hier muggenlarven in te vinden zijn. Ook het houden van Daphnia of Cyclops is te doen als men een entportie aan een bak water toevoegt. Qua levend voer voor Pterophyllum kan men ook een garnalenkweek opzetten.
Samengevat is het voor vrijwel elke vissoort belangrijk dat men zorgt voor een gebalanceerd en uitgebreid dieet. Men kan voedingssupplementen toevoegen aan bepaalde voeding als dit nodig is of om de eetlust te activeren. Ook wordt er vaak knoflookolie toegevoegd als supplement. Knoflook bevorderd weer de weerstand van de vis, en is goed voor de slijmlaag. Voer niet te veel, onthoud dat omnivoren constant voedsel tot zich willen nemen. De hoeveelheid en frequentie van het voer is bepalend door het formaat van de vis. Voor maanvissen is een dieet van diepvries/levend voer en granulaat een prima basis. Let er wel op dat je niet teveel voert en dat alles in goede balans wordt gedaan.
